Loonaangifteketen
De loonaangifteketen (LAK) is een samenwerkingsverband van de Belastingdienst, UWV en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De loonaangifteketen heeft tot doel de administratieve lasten voor inhoudingsplichtigen te verlichten en de uitvoeringskosten voor afnemers van gegevens te verminderen. De gegevens die de keten voortbrengt, worden onder andere gebruikt om het burgers gemakkelijker te maken om aan hun verplichtingen te voldoen en gebruik te maken van hun rechten.
Wettelijke dwang basis voor invoering
Implementatie van de Loonaangifte is in 2006 bij (Walvis) wetgeving afgedwongen. De werkgever moet het totaal van de ingehouden loonheffingen digitaal aangeven aan de Belastingdienst. Dit is de aangifte loonheffingen of Loonaangifte. Welke gegevens worden uitgevraagd stelt de Staatssecretaris van Financiën ieder jaar vast in de Regeling gegevensuitvraag Loonaangifte.
De verschillende verantwoordelijkheden van Belastingdienst, UWV en CBS zijn wettelijk vastgelegd in de Wet SUWI.
De loonheffingen worden getotaliseerd voor het hele personeelsbestand. Dit zijn de zogenoemde collectieve gegevens. De Belastingdienst voedt hiermee de Heffingenadministratie.
Aanvullend moet de ondernemer ook veel gegevens per individuele werknemer verstrekken. Dit zijn de nominatieve gegevens, zoals NAW-gegevens, wel/geen auto van de zaak, omvang van de individuele loonheffing, etc. Deze nominatieve gegevens zijn van belang voor UWV.
Polisadministratie
De Belastingdienst zendt de Loonheffing gegevens door naar het UWV, waar ze worden verwerkt in de Polisadministratie. Zo kan het UWV zien welke werknemers in die periode verzekerd zijn geweest. Als een werknemer een uitkering nodig heeft van het UWV, zijn daar de meest actuele gegevens voorhanden. Jaarlijks verwerkt UWV op nominatief niveau gegevens van rond de 200 miljoen loonaangiften. De gegevens in de polisadministratie gebruikt UWV niet alleen zelf, maar stelt ze ook beschikbaar aan bijna 1.000 afnemers. Eind 2021 stonden in de polisadministratie 21,2 miljoen inkomstenverhoudingen van 13,8 miljoen mensen geregistreerd.
Afnemers Polisadministratie
Deze gegevens zijn voor veel uitvoerende instanties van belang, omdat ze nodig zijn voor bijvoorbeeld het berekenen van toeslagen en pensioenpremies, het voorkomen van fraude, of het subsidiëren van bepaalde typen arbeid. UWV gebruikt de loonaangiftegegevens om maandelijks ruim 1 miljoen uitkeringen te berekenen voor de WW en arbeidsongeschiktheidswetten. In 2021 heeft UWV de loonaangiftegegevens ook gebruikt voor de berekening van de NOW-subsidies. UWV verstrekt de loonaangiftegegevens voor hergebruik aan ongeveer 1.000 afnemers, zoals Belastingdienst, gemeenten, pensioenfondsen, de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en gerechtsdeurwaarders. Het CBS ontvangt loonaangiftegegevens en gebruikt deze uitsluitend voor statistische doeleinden. Dankzij de gegevensleveringen kunnen processen eenvoudiger, sneller en goedkoper gemaakt worden, waardoor de administratieve lasten verminderen voor de ketenpartners, diverse andere organisaties én voor elke burger die met deze instanties en organisaties in aanraking komt. De ketenpartners onderkennen het maatschappelijk belang van de kwaliteit van de gegevens binnen de loonaangifteketen en werken daarom continu aan de borging en verbetering van de gegevenskwaliteit.
Pensioenfonds Horeca & Catering (PH&C)
PH&C neemt via het bericht Werknemergegevens een reeks nominatieve gegevens van de Loonaangifteketen af en vraagt deze gegevens niet meer uit bij werkgevers. PH&C vertrouwt op de controles die binnen de Loonaangifteketen plaatsvinden en heeft haar pensioenreglement daarop aangepast.
Uniforme Pensioenaangifte (UPA)
De UPA is gebaseerd op de Loonaangifte.
Businesscase aansluiting op Loonaangifteketen door pensioenuitvoerders
De naam van het rapport “Business Case aansluiten pensioensector op de Loonaangifteketen” suggereert dat het alleen om een financiële afweging zou gaan. Maar het rapport bevat inzichten over de financiële effecten alsook de kwalitatieve effecten van een overgang naar de Loonaangifteketen (LAK) voor het maandelijks inwinnen van deelnemersgegevens.
De representativiteit van het onderzoek binnen de pensioensector is hoog en daarom besloten we om de uitkomst van de Business Case zonder verdere opschaling met u te delen.
De LAK bestaat nu bijna zestien jaar en professionaliseerde sterk door de jaren heen. Afgelopen tien jaar maakte de pensioensector ook een professionaliseringslag op het gebied van het verwerken van werkgever- en deelnemergegevens onder andere door het invoeren van de Uniforme Pensioenaangifte (UPA). De kwaliteit en diversiteit van momenteel in gebruik zijnde koppelingen in het pensioenlandschap is nog groot, dit maakt migratie naar een uniforme en kwalitatief hoogwaardige LAK-interface aantrekkelijk.
De aan deze Business Case deelnemende partijen (‘BV Nederland’) uit de pensioen- en verzekeringssector inclusief de aangesloten werkgevers, geven per jaar ruim € 217,2 miljoen uit aan het verzamelen, aanvullen, insturen, controleren en corrigeren van gegevens ten behoeve van de pensioenadministraties. Het overgrote gedeelte van deze kosten (€ 198,7 miljoen) zit aan werkgeverzijde. Pensioenuitvoerders besteden momenteel circa € 18,5 miljoen aan het verwerken en controleren van de gegevens en de handhaving.
Business Case - conclusies
Op ‘BV Nederland’ niveau levert de overgang naar de LAK een 30% daling van de verwerkingskosten op (totale besparing: € 64,1 miljoen). Hiervan valt € 62,6 miljoen toe aan de werkgevers en € 1,5 miljoen aan de fondsen/pensioenuitvoerders. De totaal benodigde investering bedraagt € 33,1 miljoen, derhalve geldt een terugverdientijd van 0,5 jaar. De impact is conservatief ingeschat en mogelijkheden om deze uitkomsten te ‘schalen’ zijn niet gebruikt. Ook de effecten van samenwerking tussen partijen, bijvoorbeeld op het gebied van communicatie, zijn niet meegenomen in het resultaat. Echter: De investeringen moeten gedaan worden aan de zijde van de pensioenuitvoerders en de baten vallen grotendeels aan de zijde van de werkgevers. Hierdoor is het noodzakelijk om apart over de financiering van de migratie te spreken.
De spreiding tussen de aangeleverde cijfers door de participerende pensioenuitvoerders is aanzienlijk. Wanneer we in meer detail kijken naar de aanlevering van de participerende pensioenuitvoerders trekken we de volgende conclusies:
1. Bij niet gestandaardiseerde gegevensincasso (via portalen, ad-hoc aanlevering etc.) zien we een duidelijke efficiency sprong bij alle partijen van 41% wanneer gebruik gemaakt gaat worden van de LAK.
2. Bij gestandaardiseerd gegevensincasso (momenteel via UPA en UPA+) zijn de voordelen voor de werkgevers ook aanzienlijk. De kosten van de uitvoering nemen daarbij op totaal niveau af met 24%. Bij. de pensioenuitvoeringskosten van de “UPA” partijen is sprake van een grote spreiding van de resultaten (varieert van – 60% tot + 33% op nominaal relatief geringe bedragen). De verklaring voor deze spreiding is de verwachting van enkele partijen dat de controle kosten na introductie van de LAK zullen toenemen, andere partijen verwachten deze toename niet. Bij “UPA” fondsen waar sprake is van grote handhavingslasten zien we een additionele besparing van ongeveer 10%.
De kwalitatieve zijde van de Business Case is mogelijk nog interessanter. Afgelopen jaren is de interesse voor datakwaliteit enorm toegenomen. In de aanloop naar het Wtp-tijdperk zullen alle fondsen en uitvoerders stevig moeten investeren om fouten uit het verleden op te sporen en te corrigeren. De overgang naar de LAK is een goede manier om datakwaliteit bij de bron ook voor de toekomst te borgen.
Onderzoek Deloitte SV-Loon
Parallel aan het ontwikkelen van de Business Case is, op verzoek van de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid, het gebruik van het SV-Loon als Pensioengevend salaris onderzocht. De onderzoekers van Deloitte concluderen dat dit gebruik van SV-Loon in veel sectoren aanzienlijke impact zal hebben (tot tientallen procentpunten) op de pensioenopbouw van de deelnemers. Deze impact is niet evenredig gespreid over leeftijd, inkomens of andere categorieën en daarmee moeilijk te corrigeren. Met andere woorden: vanuit een functioneel perspectief is (beperkte) aanpassing van de gegevensset binnen de LAK ten behoeve van breed gebruik in de pensioensector noodzakelijk In eerder onderzoek is gekeken met welke toevoeging aan de gegevensset van de LAK de impact hiervan ondervangen kan worden. Met de toevoeging van 7 data-elementen wordt de impact op de pensioenopbouw zoals beschreven in het Deloitte-onderzoek ondervangen.